Shaykh al-islam Ibn Taymiyyah [Rah’imahullāh] zei, nadat hij de kwestie rondom het zien van Allāh in het Hiernamaals en het meningsverschil rondom de kwestie of de ongelovigen Hem zullen aanschouwen had besproken, het volgende waarin hij belangrijke richtlijnen geeft wat betreft de manieren en etiketten rondom meningsverschil in geloofsleer (‘Aqīdah), waarin een lering zit voor ieder persoon met goed verstand:
“Het doel hiermee is slechts het verduidelijken van het feit 𝐝𝐚𝐭 𝐝𝐞𝐳𝐞 𝐤𝐰𝐞𝐬𝐭𝐢𝐞 𝐧𝐢𝐞𝐭 𝐛𝐞𝐡𝐨𝐨𝐫𝐭 𝐭𝐨𝐭 𝐝𝐞 𝐛𝐞𝐥𝐚𝐧𝐠𝐫𝐢𝐣𝐤𝐞 𝐳𝐚𝐤𝐞𝐧 𝐰𝐚𝐚𝐫 𝐦𝐞𝐧 𝐯𝐞𝐞𝐥 𝐨𝐯𝐞𝐫 𝐳𝐨𝐮 𝐦𝐨𝐞𝐭𝐞𝐧 𝐬𝐩𝐫𝐞𝐤𝐞𝐧 𝐞𝐧 𝐝𝐞 𝐤𝐞𝐧𝐧𝐢𝐬 𝐝𝐢𝐞 𝐯𝐞𝐫𝐬𝐩𝐫𝐞𝐢𝐝 𝐳𝐨𝐮 𝐦𝐨𝐞𝐭𝐞𝐧 𝐫𝐚𝐤𝐞𝐧 𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐝𝐞 𝐠𝐞𝐦𝐢𝐝𝐝𝐞𝐥𝐝𝐞 𝐦𝐨𝐬𝐥𝐢𝐦 𝐞𝐧 𝐝𝐞 𝐠𝐞𝐥𝐞𝐞𝐫𝐝𝐞𝐧, 𝐰𝐚𝐚𝐫𝐝𝐨𝐨𝐫 𝐡𝐞𝐭 𝐞𝐞𝐧 𝐤𝐞𝐧𝐦𝐞𝐫𝐤 𝐰𝐨𝐫𝐝𝐭 𝐝𝐚𝐭 𝐥𝐞𝐢𝐝𝐭 𝐧𝐚𝐚𝐫 𝐯𝐞𝐫𝐝𝐞𝐞𝐥𝐝𝐡𝐞𝐢𝐝 𝐯𝐚𝐧 𝐝𝐞 𝐡𝐚𝐫𝐭𝐞𝐧 𝐞𝐧 𝐯𝐞𝐫𝐬𝐜𝐡𝐢𝐥𝐥𝐞𝐧 𝐢𝐧 𝐤𝐨𝐞𝐫𝐬𝐞𝐧…
Hiervoor zijn manieren die wij in acht dienen te nemen:
Waaronder: dat degene die zwijgt over deze kwestie en niet oproept tot iets hierin, diegene mag men niet boycotten, ook al is diegene overtuigd van het gelijk van een van de twee meningen; want zelfs aangaande de innovaties die nog groter zijn dan deze, boycot men niemand anders dan de oproeper (tot die innovatie), en niet degene die erover zwijgt.
👉🏽 𝐄𝐧 𝐡𝐢𝐞𝐫𝐭𝐨𝐞 𝐛𝐞𝐡𝐨𝐨𝐫𝐭 𝐨𝐨𝐤 𝐝𝐚𝐭 𝐠𝐞𝐥𝐞𝐞𝐫𝐝𝐞𝐧 𝐝𝐞𝐳𝐞 𝐤𝐰𝐞𝐬𝐭𝐢𝐞 𝐧𝐢𝐞𝐭 𝐦𝐨𝐞𝐭𝐞𝐧 𝐦𝐚𝐤𝐞𝐧 𝐭𝐨𝐭 𝐞𝐞𝐧 𝐦𝐚𝐚𝐭𝐬𝐭𝐚𝐟 𝐰𝐚𝐚𝐫𝐦𝐞𝐞 𝐳𝐢𝐣 𝐯𝐨𝐨𝐫𝐤𝐞𝐮𝐫 𝐠𝐞𝐯𝐞𝐧 𝐚𝐚𝐧 𝐡𝐮𝐧 𝐛𝐫𝐨𝐞𝐝𝐞𝐫𝐬 𝐛𝐨𝐯𝐞𝐧 𝐡𝐮𝐧 𝐨𝐩𝐩𝐨𝐧𝐞𝐧𝐭𝐞𝐧. 𝐃𝐢𝐭 𝐢𝐬 𝐧𝐚𝐦𝐞𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐢𝐞𝐭𝐬 𝐰𝐚𝐭 𝐀𝐥𝐥ā𝐡 𝐞𝐧 𝐙𝐢𝐣𝐧 𝐁𝐨𝐨𝐝𝐬𝐜𝐡𝐚𝐩𝐩𝐞𝐫 (𝐯𝐫𝐞𝐝𝐞 𝐞𝐧 𝐳𝐞𝐠𝐞𝐧𝐢𝐧𝐠𝐞𝐧 𝐳𝐢𝐣 𝐦𝐞𝐭 𝐡𝐞𝐦) 𝐡𝐞𝐤𝐞𝐥𝐞𝐧.
👉🏽 𝐄𝐧 𝐳𝐢𝐣 𝐝𝐢𝐞𝐧𝐞𝐧 𝐨𝐨𝐤 𝐧𝐢𝐞𝐭 𝐡𝐢𝐞𝐫𝐨𝐯𝐞𝐫 𝐭𝐞 𝐬𝐩𝐫𝐞𝐤𝐞𝐧 𝐦𝐞𝐭 𝐝𝐞 𝐠𝐞𝐦𝐢𝐝𝐝𝐞𝐥𝐝𝐞 𝐦𝐨𝐬𝐥𝐢𝐦𝐬 (𝐥𝐞𝐤𝐞𝐧) 𝐝𝐢𝐞 𝐯𝐫𝐢𝐣 𝐞𝐧 𝐯𝐞𝐢𝐥𝐢𝐠 𝐳𝐢𝐣𝐧 𝐯𝐚𝐧 𝐝𝐞𝐳𝐞 𝐛𝐞𝐩𝐫𝐨𝐞𝐯𝐢𝐧𝐠𝐞𝐧. Echter wanneer iemand hem erover vraagt, of wanneer men iemand tegenkomt die geschikt is om deze kennis te verkrijgen; dan vertelt men diegene van hetgeen hij heeft aan kennis daarvan, waarvan hij hoopt dat dat nuttig voor diegene kan zijn.” Einde citaat.
{ Majmū’ al-Fatāwā | 6/494 }
Tarek Khater