Onze Heer vertelt in de Koran het volgende over de mensen van het Paradijs (interpretatie van de betekenis):
“En wij nemen datgene wat zich in hun borsten (d.w.z. in hun harten) aan wrok bevindt weg. (Zij zullen als) broeders tegenover elkaar (zitten) op ligstoelen.”
(Soerat al-Hidjr: 47)
Eén van de meest formidabele eigenschappen van de mensen van het Paradijs is dat ze in hun hart ten opzichte van niemand wrok of slechtheid koesteren. Imam Ibn ʿAtiyyah zei in zijn exegeseboek:
“Dit is Allah Die ons vertelt dat Hij de harten van de bewoners van het Paradijs van wrok en haat zuivert, en (dit geeft aan) dat degene wiens hart hiermee (d.w.z. wrok en slechtheid) gevuld is gekweld wordt. En in het Paradijs zijn er geen kwellingen.”
(al-Moeharrar ul-Wadjiez)
Allah vertelde ons ook (interpretatie van de betekenis):
“De dag waarop bezit, noch kinderen kunnen baten. Behalve degene die bij Allah komt met een zuiver hart.”
(Soerat ash-Shoeʿaraa’: 88-89)
Imam Ibn ul-ʿArabie zei in zijn commentaar:
“Het hart kan niet zuiver zijn als het gevuld is met haat, jaloezie en arrogantie. Immers, de Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) stelde als voorwaarde voor het geloof dat iemand voor zijn broeder wenst wat hij voor zichzelf wenst.”
(Ahkaam ul-Qoer’aan)
De metgezel ʿAbdoellaah ibn ʿAmr (moge Allah tevreden met hen zijn) vertelde: “
Er werd tegen de Boodschapper van Allah gezegd: “Welke zijn de beste mensen?” De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Iedereen die een zuiver hart heeft en waarachtig is in wat hij zegt.” Ze zeiden: “Waarachtig zijn kennen we, maar wat is een zuiver hart?” De Profeet zei: “Het is een hart dat Allah vreest en rein is. Er zit geen zonde, agressie, wrok of afgunst in.”
(Ibn Madjah)
Een zuiver hart heeft geen intentie om anderen onrecht, verderf of kwaad aan te doen en het is ook niet gevuld met haat of wrok ten opzichte van een ander. Ibn ush-Shawkaanie zei:
“Onder een zuiver hart verstaan we de afwezigheid van haat, rancune en vijandschap (in het hart).”
(fie Soeloek il-Islaam il-Qawiem)
Een moslim zou niet minachtend naar de mensen moeten kijken en hen niet behandelen en categoriseren op basis van zijn begeerten, nervositeit of racisme. Integendeel, hij moet ze met waardigheid en respect behandelen. Een zuiver hart doet de goede daden vermeerderen, een ziek hart vermindert ze.
Soefyaan Ibn Dinaar zei:
“Ik vroeg aan Abie Bashier (hij behoorde tot de metgezellen van ʿAli):“Vertel mij over de daden van hen die voor ons waren.” Hij zei: “Zij verrichtten weinig daden maar ontvingen grote beloningen.” Ik zei: “En waarom is dat?” Hij zei: “Door hun zuivere harten.”
(az-Zoehd van Hannaad)
En er werd overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei:
“Niemand van mijn metgezellen zou mij iets over iemand moeten vertellen, want ik wil jullie graag tegemoet treden met een zuiver hart.”
(overgeleverd door Aboe Daawoed en goed verklaard door enkele geleerden)
De Profeet (vrede zij met hem) verbood de mensen om hem iets mee te delen dat zijn borst zou kunnen vernauwen of (de toestand van) zijn hart zou kunnen veranderen ten opzichte van één van de mensen. Het is voor niemand toegestaan andermans gebreken of zonden aan anderen kenbaar te maken.
Er kwam een man binnen bij ʿOmar ibnoe ʿAbdil-ʿAziez en hij vertelde hem over iemand. ʿOmar zei:
“Als je wilt, bekijken we jouw zaak. Als je liegt, dan behoor jij tot degenen die in dit vers beschreven worden ‘als een verdorvene met een bericht tot jullie komt, verifieer het dan’. En als je waarachtig bent, dan behoor jij tot degenen die in dit vers beschreven worden ‘en iedere kwaadspreker die laster van de ene naar de andere persoon overbrengt’. En als je wilt, zullen we jou vergeven. Hij zei: “Vergiffenis, o leider der gelovigen, ik zal het nooit meer doen.”
(Sifat us–Safwah)
Sommige overleveringen (de geleerden verschillen van mening over de authenticiteit ervan) vermelden dat de Profeet (vrede zij met hem) zei:
“Voorwaar, de eerste die door deze deur binnen komt, behoort tot de mensen van het Paradijs.” Daarop kwam ʿAbdoellaah ibn Salaam binnen, waarop sommige metgezellen van de Profeet op hem afstapten om hem hierover te berichten. Zij zeiden: “Vertel ons over de beste (innerlijke) daad die jij verricht waarmee je hoopt (op de Beloning van Allah)!” Hij zei: “Voorwaar, ik ben zwak! En de (innerlijke) daad die ik verricht, waarmee ik hoop op de Beloning van Allah, is het zuiveren van mijn hart en me niet inlaten met zaken die mij niet aangaan.”
(at-Tirmidhie, Aboe Daawoed en Ahmad)
En de moslim is zoals de Profeet (vrede zij met hem) zei:
“Niemand van jullie gelooft werkelijk totdat hij voor zijn broeder wenst wat hij voor zichzelf wenst.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Dit is het gevolg van een zuiver hart. Het is zelfs zo dat hij ervan houdt dat anderen goeds overkomt, zelfs wanneer hem dat niet overkomt. Ibn ʿAbbaas zei:
“Wanneer ik hoor dat het regent in één van de moslimlanden, word ik hier blij om terwijl ik hier geen voordeel bij heb.”
(at–Tabaraanie)
Het zuiveren en reinigen van het hart is één van de meest geweldige daden waar een moslim zijn aandacht aan moet schenken. Hoe zou een opvoeder succesvol kunnen zijn als zijn hart en gevoelens niet zuiver zijn? Hoe zou iemand wiens hart ten opzichte van de mensen niet zuiver is de zoetheid van de gesprekken met Allah kunnen proeven? Hoe kan iemand wiens hart gevuld is met wrok ten opzichte van zijn broeders, zusters en anderen hopen op succes? De waarheid is dat het onmogelijk is om een gezonde samenleving op te bouwen als de harten ziek zijn. Zolang de harten niet standvastig zijn en de intenties zuiver, zal de situatie niet verbeteren en zullen de samenlevingen en de boodschappen niet succesvol zijn.
Sheikh Ilyas el Yousfi