Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden, en vrede en zegeningen zij met onze meester Mohammed, de zegel van de profeten, en met zijn familieleden en metgezellen.
Besluit nummer 144 (16/2)
De Internationale Islamitische Fiqh Raad*, opgericht door de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC), die bijeenkwam tijdens haar zestiende zitting in Dubai (Verenigde Arabische Emiraten) van 30 Safar tot 5 Rabiul Awwal 1426 AH, overeenkomend met 9-14 april 2005.
Na kennis te hebben genomen van de onderzoeken die naar de Raad zijn gestuurd met betrekking tot het onderwerp van geschillen tussen echtgenoten die werknemers zijn, en na te hebben geluisterd naar de discussies die daarover hebben plaatsgevonden, Heeft De Raad het volgende besloten:
Ten eerste: financiële onafhankelijkheid tussen echtgenoten:
De vrouw heeft een volledige persoonlijke vrijheid en onafhankelijke financiële verantwoordelijkheid. Ze heeft het absolute recht volgens de voorschriften van de Islam om haar eigen privévermogen te hebben en zij heeft het recht om te bezitten en te beheren wat van haar is. De man heeft geen enkele zeggenschap of controle over haar geld en ze heeft geen toestemming nodig van haar man om haar geld te bezitten en te beheren.
Ten tweede: echtelijke onderhoudsplicht:
De vrouw heeft recht op volledige onderhoudsplicht volgens de gebruikelijke normen, in overeenstemming met de financiële capaciteit van haar echtgenoot en in overeenstemming met de juiste gebruiken en sociaal geaccepteerde tradities die islamitisch passend zijn. Deze onderhoudsplicht vervalt alleen als de vrouw ongehoorzaam is.
Ten derde: werk van de vrouw buiten het huis:
1- De primaire verantwoordelijkheid van de vrouw is het zorgen voor het gezin, de opvoeding van kinderen en het zorgen van de toekomstige generatie. Als dat nodig is, heeft zij het recht om werkzaamheden buiten het huis uit te voeren die passen bij haar aard en specialiteit, in overeenstemming met de geaccepteerde sociale gebruiken die islamitisch aanvaardbaar zijn, op voorwaarde dat ze zich aan de religieuze voorschriften en fatsoensnormen houdt en en rekening houdt met haar belangrijkste verantwoordelijkheid.
2- Het feit dat de vrouw buitenshuis gaat werken, heft haar onderhoudsplicht die volgens de Islamitische wet aan haar echtgenoot is toegewezen, niet op, tenzij haar werk gepaard gaat met opstandigheid en ongehoorzaamheid tegen haar echtgenoot en haar onderhoudsplicht om die reden wordt opgeheven.
Ten vierde: deelname van de vrouw in de uitgaven van het gezin:
1- Het is niet verplicht voor de vrouw om deel te nemen aan de uitgaven die de man islamitisch moet betalen, en het is niet toegestaan om haar te dwingen om te gaan werken.
2- Het vrijwillig deelnemen van de vrouw aan de uitgaven van het gezin is aanbevolen in de Islam vanwege de samenwerking, solidariteit en harmonie die tussen de echtgenoten wordt bereikt.
3- Het is toegestaan dat de echtgenoten onderling overeenstemming bereiken over de bestemming van het salaris of de vergoeding die de vrouw verdient.
4- Als er extra uitgaven ontstaan die betrekking hebben op de vrouw wanneer ze gaat werken, dan is zij verantwoordelijk voor deze uitgaven.
1- De vrouw kan als voorwaarde voor het huwelijk stellen dat ze buiten het huis werkt, en als de man ermee instemt, wordt hij daartoe verplicht. De eis moet bij het huwelijk expliciet worden vermeld.
2- De man mag de vrouw vragen om te stoppen met werken nadat hij hier toestemming voor heeft gegeven, als het stoppen met werken in het belang is van het gezin en de kinderen.
3- Het is niet toegestaan volgens de islamitische wet om toestemming (als voorwaarde stellen) voor de vrouw om buiten het huis te werken in ruil voor dat zij de kosten meedraagt die verplicht is voor de man, of om hem een deel van haar salaris en inkomen te geven.
4- De man kan de vrouw niet dwingen om buiten het huis te werken, dit is verboden.
Ten zesde: Deelname van de vrouw in eigendom:
Als de vrouw daadwerkelijk bijdraagt aan het bezit van een huis, vastgoed of een onderneming met haar eigen geld of verdiende inkomen, heeft ze het recht om deel te nemen aan de eigendom van dat huis of bedrijf in verhouding tot het geld dat ze heeft bijgedragen.
Ten zevende: Misbruik van het recht op werk:
1- Het huwelijk heeft wederzijdse rechten en plichten tussen de echtgenoten, die door de Islamitische wet zijn bepaald, en de relatie tussen de echtgenoten moet gebaseerd zijn op rechtvaardigheid, samenwerking, onderlinge steun en mededogen. Het overtreden van deze principes is religieus verboden.
2- Het is niet toegestaan voor de echtgenoot om zijn recht om zijn vrouw te verbieden om te werken te misbruiken of haar te vragen te stoppen als hij daarbij opzettelijk schade wil veroorzaken, tenzij dit tot corruptie en schade leidt die groter zijn dan de verwachte voordelen.
3 Dit geldt ook voor de vrouw als ze met opzet van plan is om schade toe te brengen aan haar echtgenoot, gezin of als haar werk schade veroorzaakt die groter is dan het beoogde voordeel.
En Allah weet het beste.
Majmaʻ al-Fiqh al-Islāmī, Munadhama at-Taʿāwun al-ʾIslāmiyy
مجمع الفقه الإسلامي التابع لمنظمة المؤتمر الإسلامي