Gisteren, op de 12e van Rabi’ al-Awwal, laaide zoals elk jaar weer de discussie op: moet deze dag worden gezien als een herdenkingsdag of niet? Maar de werkelijkheid is dat het al lang meer is dan alleen een dag. Voor iedereen is het een moment van herdenking geworden, een gelegenheid die steeds terugkeert. Zelfs degenen die tegen het herdenken pleiten, benutten juist deze gelegenheid om hun standpunt te benadrukken. Zo wordt niet alleen deze dag, maar elk moment rond deze datum, een herdenking op zich, bewust of onbewust, voor iedereen.
Er is echter een belangrijk historisch punt dat nader moet worden toegelicht, met name ter verdediging van onze geleerden van de Ahlu Sunnah en als weerwoord op degenen die hen onterecht beschuldigen van het volgen van Fatimidische invloeden.
De Mawlid in Marokko en Andalusië: Is het een sjiitische Fatimidische innovatie of heeft het andere wortels?
Tijdens de christelijke kruistochten naar Marokko en de migratie van een aantal Andalusiers naar het land, verzwakten sommigen in hun geloof en werden zij beinvloed door Spaanse gebruiken. Geleerden uit Sebta (Ceuta), na zorgvuldig overleg met andere geleerden in Marokko, stelden een plan op om het geloof in de Profeet (vrede zij met hem) in de harten van de moslims te vernieuwen en te versterken.
Ze kozen ervoor om de dagen rondom de geboortedag van de Profeet (vrede zij met hem) te markeren door hierbij stil te staan en deze te gedenken. Tijdens deze dagen werden verhalen vanuit zijn Sierah (nobele leven), zijn verheven eigenschappen en lofzangen over hem gedeeld. Dit werd een krachtige gelegenheid om de gemeenschap te herinneren aan de essentiële waarden van de islam en om weerstand te bieden tegen de invloeden van de kruisvaarders en de toenemende interactie met christenen in Sebta. Deze aanpak werd breed omarmd door de geleerden in Marokko en bleek zeer effectief: schadelijke en onislamitische gebruiken verdwenen. Onder de Meriniden-dynastie werd deze traditie verder verspreid naar de rest van het land en kreeg het een vaste plek in de Marokkaanse samenleving.
Zo begon de herdenking van de maand Rabi’ al-Awwal in het soennitische, malikietische Marokko. Dit initiatief kwam voort uit de inspanningen van gespecialiseerde geleerden in hadith en soennah, zonder enige band met de Fatimidische staat of sjiitische innovaties. Wie de geschiedenis kent, weet dat Marokko altijd een stevig verzet heeft geboden tegen de Fatimiden, die er nooit voet aan de grond kregen. Bovendien introduceerden de geleerden een waardevolle gewoonte aan het eind van de vrijdagpreken: ze spraken hun zegeningen uit over de vier rechtgeleide kaliefen – Abu Bakr, Umar, Uthman en Ali – om duidelijk te maken dat er geen ruimte was voor Fatimidische invloeden.
De gerespecteerde Muhaddith en Faqih Abu al-Abbas al-Azafi (g. 633 H. / 1236 n.Ch) uit Sebta, die het idee van het gedenken van de geboortedag van de Profeet (vrede zij met hem) in Marokko introduceerde schreef zelfs een boek over dit onderwerp, getiteld
“Ad-Durr al-Munadham fi Mawlid an-Nabi al-Mu’adham“.
Helaas overleed hij voordat hij het werk kon voltooien, maar zijn zoon, Abu al-Qasim, voltooide het boek en zette zijn vaders wens in daden om. De Faqih Abu al-Qasim, die zowel religieuze als politieke autoriteit had, vervulde de wens van zijn vader door de eerste officiele herdenking van de Mawlid te organiseren in Sebta in het jaar 1250 na Christus (648 H.).
Al-Azafi had voorafgaand aan het starten van de herdenking overleg gepleegd met vooraanstaande geleerden uit diverse delen van Marokko. Zij keurden het voorstel goed en maakten geen enkel bezwaar.
De kalief, al-Murtadha, organiseerde grote herdkingen voor de Mawlid in Marrakech, waarna deze traditie zich verspreidoe naar alle delen van Marokko. De daaropvolgende generaties van geleerden prezen deze gewoonte, en het bleef een integraal onderdeel van de Maghrebijnse cultuur tot op de dag van vandaag.
Ongeveer veertig jaar na deze eerste viering in Marokko, in 1292 (691 H.), hield de Merinidische sultan Yusuf ibn Yaqub de eerste officiële gedenking van de geboortedag van de Profeet in zijn hele rijk.
De historicus Ahmad an-Nasiri vermelot in zijn werk “Al-Istiqsa”:
“In het jaar 691 na hijra gaf sultan Yusuf ibn Yaqub ibn Abd al-Haqq het bevel om de geboortedag van de Profeet op grootse wijze te gedenken in al zijn landen, in de maand Rabi’ al-Awwal van dat jaar.”
Vanuit Sebta en Marrakech verspreidde deze mooie traditie zich naar Granada, Sevilla, Córdoba en andere Andalusische steden, evenals naar Algerije, Tripoli, Tunesie, Senegal en Niger. Andere geleerden sloten zich al snel aan bij deze traditie.
Zo vermeldt de bekende historicus al-Kamal al-Adfawi in zijn werk “At-Tali’ as-Said” dat Abu at-Tayyib Muhammad ibn Ibrahim as-Sabti, Hij liep langs de Koranschool voor kinderen op de geboortedag van de Profeet (vrede zij met hem), en zei tegen de onderwijzer:
‘Ya Faqih, dit is een dag van vreugde, stuur de kinderen naar huis!’
Deze prachtige gewoonte, ingesteld door Imam Abu al-Abbas al-Azafi en geaccepteerd door de Maliki-geleerden van de Maghrebijnse landen, namelijk het gedenken van de geboortedag van de Profeet en het schorsen van het onderwijs op die dag, is tot op de dag van vandaag wijoverspreid. Het is diep geworteld in de traditionele islamitische scholen en wordt beschouwd als een belangrijk moment om de liefde voor de Profeet opnieuw aan te wakkeren bij de jongere generaties.
اللهم صل وسلم وبارك على سيدنا ومولانا رسول الله
Sheikh Ilyas el Yousfi