Onvolgroeide vleugels

Hetgeen wat een vernietigend effect heeft op gemeenschappen en volkeren is dat onwetende mensen als deskundig en betrouwbaar worden gezien. Dat belangrijke en gewichtige zaken aan leken worden toevertrouwd. De Profeet (vrede zij met hem) zei:

“Voordat het Uur aanbreekt zullen er bedrieglijke jaren zijn waarin de leugenaar wordt geloofd en de waarachtige wordt verloochend, en waarin de bedrieger wordt vertrouwd en de betrouwbare wordt gewantrouwd en waarin ar-Roewaybidah spreekt. De metgezellen zeiden: “Wie is ar-Roewaybidah?” De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Een laaghartige man die zich uitlaat over de zaak van de mensen.”

(Musnad Ahmad)

Het behoort tot de tekenen van het Uur dat iemand die leeg is van kennis, begrip en waardigheid, zich bemoeit met de zaak van de mensen en uitlatingen doet over hetgeen wat de gemeenschap aangaat en in feite slechts besteed is aan de grote geleerde. Imam Ibnu Taymiyah heeft gezegd:

“Wat (de toestand van) de mensen verpest, is (de bemoeienis van) een halve prediker, halve Fiqh-geleerde, halve taalgeleerde en halve geneeskundige. Dit is wat het geloof en land verpest, en dit is wat de tong en lichaam verpest. Vooral als die persoon iets zegt wat niet eerder door een geleerde is gezegd, geen oorsprong kent in eerdere uitspraken en niet behoort tot de zaken waarover een meningsverschil bestaat tussen de geleerden…”

(Ar-Radd ʿalal-Bakri, boekdeel 2, blz. 731.)

Wat het geloof het hardst treft is iemand die daarover spreekt, terwijl hij niet behoort tot de geleerden. En het maakt niets uit of hij zich wel of niet tot de geleerden rekent. Imam Ibnu Hazm al-Andalusi zei:

“Er is niets wat de geloofsleer en haar mensen meer schade berokkent dan degenen die zich daaraan opdringen terwijl zij geen onderdeel zijn van de mensen van kennis. Zij hebben geen kennis, zaaien verderf en denken dat zij weldoeners zijn.”

(Moedawat un-Nufus, boekdeel 1, blz. 23.)

Bekend zijn met een aantal bewijzen uit de Koran en de Soennah zonder weet te hebben van de herleidings- en interpretatieregels die nodig zijn om deze te begrijpen, heeft niets met kennis van doen. Imam ʿAbdoellaah ibnoe Wahb, een leerling van imam Maalik, zei:

“Wie een overlevering kent, maar geen imam heeft op het gebied van Fiqh (om hem uitleg te geven) is een dwalende. Was het niet dat Allah ons heeft gered middels (imam) Maalik en al-Layth, dan waren wij (allemaal) dwalenden.”

Niemand is in staat om een bewijs goed te begrijpen als hij niet beschikt over de juiste instrumenten, zoals taal- en Oesoel[1]-wetenschappen. Vandaar dat het nodig is voor elke leerling van kennis om begeleiding en ondersteuning te zoeken bij de geleerden en zich niet te beperken tot het eigen gebrekkige begrip. Imam adh-Dhahabie zei:

“Een alledaagse beginnende leerling (van islamitische kennis) die de Koran of een groot deel daarvan van buiten kent, heeft niet het recht om Idjtihaad[2] te verrichten. Op welke basis mag hij Idjtihaad verrichten? En wat gaat hij zeggen? En hoe onderbouwt hij zijn uitspraken? Hoe kan hij vliegen met onvolgroeide vleugels?”

(Siyar A’laam un-Noebalaa’, boekdeel 18, blz. 191.)

Als deze woorden van toepassing zijn op een beginnende leerling, wat kunnen wij dan zeggen over iemand die niet eens de Arabische taal machtig is en elke basiskennis mist? Het beste advies dat gegeven kan worden aan mensen die voor hun beurt spreken, is wat imam Ibn ul-Moebaarak zei:

“Ken jouw positie.”

(Al-Djarh wat-Ta’diel van Ibnoe abie Haatim, boekdeel 1, blz. 280.)

Het siert de mens als hij zijn positie kent en zich niet inlaat met alles wat zich aan onderwerpen aandient. Het siert de mens als hij werkelijk het gepaste respect opbrengt voor de geleerden en hen op de juiste waarde schat. Imam Aboe Haamid al-Ghazaalie zei:

“Het is beter voor een gewone man om ontucht te plegen en te stelen, dan zich uit te laten over (kwesties die betrekking hebben op islamitische) kennis.”

(Ihyaa’ ʿOeloem ud-Dien)

Als een persoon zichzelf te schande wil maken, laat hem dan iemand weerspreken die meer kennis heeft dan hij. Imam Ibnoe Taymiyah zei:

“Een geleerde herkent iemand die onwetend is, want hij was zelf ook ooit onwetend. Maar een onwetend iemand herkent een geleerde niet, want hij is nooit een geleerde geweest.”

 

[1]Oesoel-wetenschap is een wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de oorsprong, bronnen en principes waarop de islamitische jurisprudentie is gebaseerd.

[2] Een niveau waarbij de persoon bevoegd is om islamitische rechtsvinding uit te oefenen.

 

Sheikh Ilyas el Yousfi

To top